charles-joshua-chaplin

Charles Joshua Chaplin (1825 - 1891)

Hoewel Charles Chaplin werkte in een periode in Frankrijk waarin jongere kunstenaars de tradities los lieten, bleef hij schatplichtig aan de achttiende-eeuwse traditie van de mooie vrouw in het boudoir, zoals François Boucher en Antoine Watteau. Chaplin werd een veelgevraagd kunstenaar door zijn elegante voorstellingen en zijn teruggrijpen op stijlen uit het verleden, die een comeback maakten tijdens het Tweede Keizerrijk en de Derde Republiek. In feite kan men Chaplin beschouwen als een exponent van de heropleving van de belangstelling voor de achttiende eeuw, een traditie die werd aangevoerd door de geschriften en theorieën van o.a. Edmond en Jules de Goncourt.

Charles Chaplin werd geboren uit een Engelse vader en een Franse moeder op 8 juni 1825 in Audelys, in de Eure regio. Hoewel hij tot vijf jaar voor zijn dood het Britse staatsburgerschap behield, was het duidelijk waar zijn loyaliteit lag toen hij schreef: Ik ben Frans, helemaal Frans. Hij ging naar school op het Lisieux College waar zijn leraar, ook conservator van een plaatselijk museum, zijn artistieke flair opmerkte. Om dit talent te koesteren, nam zijn moeder Charles mee naar Parijs en schreef hem in, in het atelier van Michel-Martin Drolling, een schilder die bij Jacques-Louis David had gestudeerd, waar hij vier jaar doorbracht. Op achttienjarige leeftijd werd hij aangenomen op de École des Beaux-Arts waar hij zijn artistieke studie kon voortzetten.

Zijn vroege werk concentreerde zich op portretten en landschappen, veel uit de Auvergne, waar de traditionele manier van boerenleven bleef bestaan. Het afbeelden van het dagelijks leven van de boeren was een veel voorkomend onderwerp in die periode en is terug te vinden in andere werken van kunstenaars als Jean-François Millet en Jules Breton. Zijn vroegste aquarellen dateren uit 1848 met Sint Sebastiaan (naar zijn schilderij getoond op de Salon van 1847), La Tricoteuse (De breister), en een vierdelig ensemble van La Fileuse (De spinster), waar elke vrouw is afgebeeld in een andere omgeving mogelijk symbolisch in overeenstemming met de tijd van het jaar. Deze vroege werken tonen Chaplin experimenteren met realisme, vrij van de idealisering en frivoliteit die zou karakteriseren zijn latere werken.

Zijn landschappen en boerentaferelen hielden Chaplin niet lang bezig, en hij richtte zich al snel op portretten en de weergave van de élégante, wellicht vooral om te profiteren van de groeiende markt tijdens het Tweede Keizerrijk voor deze zelfverheerlijkingen en escapistische types. Hij debuteerde op de Salon in 1845 met Portrait de Femme (Portret van een vrouw) en toonde ook verschillende portretten op de Salon van 1847, met portretten van Mme C...., M. Ernest P...., M. Georges de S... (er wordt verder geen informatie verstrekt over de geportretteerden), evenals zijn Sint Sébastiaan doorboord met pijlen. Met het portret van zijn zuster dat hij in 1851 indiende en waarvoor hij een medaille van de derde klasse ontving, brak Chaplin duidelijk met zijn vroegere werk. Deze bijgewerkte stijl werd duidelijk gunstig onthaald door de critici, en zijn status steeg het jaar daarop nadat hij een medaille van de tweede klasse had behaald. Naarmate hij dit nieuwe onderwerp verder uitwerkte, begon hij mythologische scènes in zijn werk te integreren, zoals blijkt uit een aantal werken die hij op de Salon tentoonstelde, zoals Diane (1859), Diane Endormie (Diana slapend-1863), en La Naissance de Venus (De Geboorte van Venus -1867 Exposition Universelle), onder anderen. Zijn succes bleef groeien en in 1865 werd hij onderscheiden met de titel van Chevalier de la Légion d'Honneur.

Zijn interesses verschoven meer en meer naar het afbeelden van mooie vrouwen, het onderwerp waarvoor de kunstenaar het best herinnerd wordt.
Chaplins werk werd in verschillende tijdschriften geprezen.
Zijn waardering en vermogen om de "gratie en elegantie" die hij zo bewonderde af te beelden, maakten hem zeer gewild voor portretschilderingen. Financieel bracht een dergelijke stijl van schilderen grote beloningen met zich mee, die de weg vrij maakten voor hoogbetaalde opdrachten om de vrouwen en dochters af te beelden van het groeiende leger van de nouveau-riche en veredelde bourgeoisie. Zijn portretten en afbeeldingen van vrouwen boeien je, ze verleiden je. Chaplin vernieuwde, maar met minder kunstgrepen, de delicatessen van Boucher Hij heeft dezelfde briljante toets; dezelfde geest en dezelfde glimlach. De vrouwenportretten altijd oplichtend met charmante kleuren, altijd geïdealiseerd in een decor van mythologische allegorie en roze wolken.

Chaplin werd gevraagd om de "Salon de Fleurs" in het Palais des Tuileries te decoreren en in 1862 deed keizerin Eugénie een rechtstreeks beroep op hem om haar badkamer met mythologische taferelen te beschilderen. De Russische prins Demidoff bestelde decoratieve werken voor zijn residentie. Ook werd hem gevraagd een werk te leveren voor het Théâtre Français, waaraan hij een portret van Mademoiselle de Seyne, een actrice, stuurde. Uit elk van deze opdrachten blijkt dat zijn stijl populair was bij de hogere echelons van de Franse politieke en sociale maatschappij.

Nadat hij zijn carrière en populariteit had gevestigd, opende Chaplin zijn eigen atelier waar hij de ongebruikelijke stap nam om alleen leerlinges aan te nemen, aangezien het zelden voorkwam dat vrouwen überhaupt mochten schilderen. Een van zijn beroemdste leerlingen was Mary Cassatt, een Amerikaanse impressionistische schilderes, en Henriette Browne (eigenlijk Sophie Desaux), die naast Chaplin op vele salons exposeerde en een van de beste genre- en stillevenschilders van haar generatie werd.

Zijn gezondheid begon af te nemen in de jaren 1880, maar hij bleef schilderen tot zijn laatste Salon tentoonstelling in 1890. Hij overleed in Parijs op 20 januari 1891. Chaplins werk was typerend voor een schilderstijl die door aristocraten en koningshuizen in Frankrijk zeer gewaardeerd werd vanwege de associaties met het werk van de deftige achttiende eeuw.