Self Portrait

Cosola Demetrio (1851-1895)

Demetrio Cosola leefde zijn hele korte leven tussen Chivasso en Turijn. Op achttienjarige leeftijd ging hij naar de Accademia Albertina in Turijn, waar hij leerling werd van Gamba, Gastaldi en Gili en vanaf 1883 (hij was toen pas tweeëndertig) assistent van Gastaldi. Later gaf hij zelf les aan de Accademia Albertina, maar gaf de voorkeur aan "biljart spelen in de Turijnse cafés en goede Piëmontese wijn". Cosola's productie, in verhouding tot zijn korte leven, was groot: hij schilderde ongeveer 200 landschappen, evenveel portretten, een honderdtal schilderijen van verschillende onderwerpen en maakte vele tekeningen en schetsen. In zijn werken valt Cosola op door een bijzondere delicaatheid en helderheid van kleur, door de diepe aandacht, meer psychologisch dan visueel, waarmee hij de personages uitbeeldt, ook al zijn het niet altijd (beroemde) persoonlijkheden. Hij toonde het vermogen om karakteristieke groepen mensen te creëren in kleine schilderijen die meer doen denken aan de Florentijnse schilderkunst van zijn tijd dan aan de Piëmontese schilderkunst, en waarin zijn medeburgers gemakkelijk vrienden, buren, speelkameraden of werkmakkers konden herkennen. De portretten, landschappen, genreschilderijen en de talloze tekeningen en schetsen geven ons echter voldoende documentatie om Cosola tot de belangrijkste figuren van de Piëmontese negentiende-eeuwse schilderkunst te rekenen.