Girardet Portrait

Girardet Karl (1813-1871)

Karl Girardet werd in 1813 geboren in Le Locle, dat toen deel uitmaakte van Frankrijk, maar nu deel uitmaakt van Zwitserland. Girardet woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in Parijs. Nadat hij zijn carrière was begonnen als schilder van landschappen, werd hij een bekend historieschilder. Als vertrouweling van de Franse koning Lodewijk Filips I was hij ook een officiële hofschilder.

Na 1822 woonde hij in Parijs, waar hij zijn schildersopleiding volgde bij Louis Hersent en Léon Cogniet. In 1836 presenteerde hij zijn eerste werken in de Salon van Parijs en begon hij te werken als kopiist voor het Franse koninklijke hof.

Een alpenlandschap dat hij op de Salon van 1837 presenteerde, leverde hem een eerste onderscheiding op, en hij werkte met succes samen met Cogniet aan twee grote gevechtstaferelen die in Versailles werden tentoongesteld.

In 1839 illustreerde Girardet zijn eerste boek, Roland furieux, gevolgd door Jardin des plantes van Boitard in 1842. Na een verblijf van zes maanden in Egypte, 1844, ging hij door met het illustreren van werken en voltooide hij verschillende koninklijke opdrachten voor schilderijen van staatsgelegenheden.

Girardet werd ingelijfd bij de Nationale Garde, was getuige van de val van de monarchie in juli 1848 en vluchtte naar Brienz, Zwitserland, waar hij landschappen schilderde. In 1850 keerde hij terug naar Frankrijk.

In 1857 verhuisde hij zijn atelier naar de wijk Montmartre, waar hij tot aan zijn dood zou blijven wonen, en werd hij toegelaten als lid van de Koninklijke Academie van Amsterdam. In 1870, gevangen in een belegerd Parijs tijdens de Pruisische invasie van Frankrijk, beschadigde Girardet zijn gezichtsvermogen terwijl hij de Pruisische stellingen schetste. Door angst bevangen, blindheid vrezende, stierf hij, alleen in zijn flat, door verstikking. Hij was ongehuwd, maar had vele jaren samengewoond met de schilderes, Augustine Angelina Kaas, voor wie hij een pensioen had geregeld.

Girardet's kunst behoort tot de traditie van de Romantiek en tot de populaire stroming in de landschapsschilderkunst die de "School van 1830" wordt genoemd. Zijn landschappen, gebaseerd op schetsen die vaak onder slechte weersomstandigheden en binnen een uur werden voltooid, vertonen een zeldzame levendigheid en beheersing van subtiele kleuren, vooral na zijn verblijf in Brienz in 1850. Hij was niet gecharmeerd van de besneeuwde toppen van de Alpen, maar gaf de voorkeur aan het schilderen van meren, beken en moerassen, met name de rivieren Aar, Eure en Marne.[2]

Girardet streefde naar officiële erkenning door middel van zijn historische schilderijen. Later in zijn leven, beroofd van koninklijk beschermheerschap door de politieke omwentelingen in Frankrijk, kenden zijn historische schilderijen weinig succes en verlegde hij zijn aandacht weer naar de landschapsschilderkunst, die hij tot het einde van zijn leven in de Salon bleef tentoonstellen.

Als man van bescheiden komaf had Girardet weinig vrije tijd om aan zijn kunst te wijden en was hij genoodzaakt om voornamelijk als illustrator geld te verdienen. Na 1855 liet hij de oriëntalistische thema's, die tot zijn succes hadden bijgedragen, varen; en in zijn late periode wijdde hij zich als ijverig vakman aan de thema's en formaten die bij zijn burgerlijke klanten in zwang waren.

Het succes van Girardet inspireerde vele andere Franstalige Zwitserse kunstenaars, en het hielp de Zwitserse kunst en de Zwitserse landschappen aan erkenning bij een breed internationaal publiek. Verschillende van zijn werken worden tentoongesteld in het Musée d'art et d'histoire van Neuchâtel en in het Musée national de Versailles.