Een moment van tederheid en verzet, gevangen in brons: Charles Samuels verkleinde versie van zijn monument voor Charles De Coster vat de ziel van een nationaal epos samen in een intiem formaat. In deze kleinere uitvoering, waarschijnlijk gegoten kort na de onthulling van het origineel in 1894, ontmoeten we de twee emblematische hoofdfiguren uit De legende van Uilenspiegel en Lamme Goedzak, zittend naast elkaar, met dezelfde finesse, gevoeligheid en overtuiging geboetseerd als in het grote monument aan de vijvers van Elsene.
Thyl Ulenspiegel — de opstandige geest van Vlaanderen — wordt voorgesteld als een jeugdige figuur, eenvoudig gekleed, met het zwaard aan zijn zijde, de blik vastberaden naar de verte. Naast hem zit Nele, zijn trouwe geliefde en moreel kompas, op blote voeten, teder maar sterk, haar arm rust op zijn schouder, haar ogen zoeken de zijne in een blik vol liefde en aanmoediging. Zij is niet slechts een muze, maar het hart van het volk — het hart van de zee van Vlaanderen, zoals De Coster het schreef.
Op de sokkel, van geaderd groen marmer, staat ook deze poëtische inscriptie:
“…Is het de geest van Ulenspiegel die men begraaft, Nele, het hart van de moeder van Vlaanderen?”
De sculptuur is een getrouwe verkleining van het centrale beeldengroep uit het grote publieke monument van Samuel en architect Franz De Vestel — een gewaagde keuze destijds: niet de schrijver zelf werd geëerd, maar zijn literaire personages. Het originele monument uit 1894, gelegen in Elsene, was het eerste in België dat fictieve figuren verhief tot nationale symbolen. Het belichaamt in brons en steen de blijvende idealen van vrijheid, verzet en Vlaamse identiteit — een synthese van De Costers humanisme en Samuels poëtisch realisme.
Het brons werd gegoten door de befaamde Brusselse gieterij Petermann, geroemd om haar technische kunde en artistieke precisie. Deze versie werd waarschijnlijk in beperkte oplage uitgegeven, bedoeld voor verzamelaars en instellingen. Elk exemplaar draagt het kenmerk van Belgisch vakmanschap.
In tegenstelling tot monumentale beelden die afstand scheppen, nodigt deze verkleinde versie uit tot nabijheid. De schaal maakt het tot een stille scène, een eerbetoon aan heldendom in fluistertoon. Elk vouw in Neles jurk, elke spanning in Thyls gelaat spreekt van Samuels narratieve kracht. Dit is geen allegorie maar een levend tafereel: het volk in brons.
Meer dan een kunstobject is dit een draagbaar monument, een samengebalde nationale mythe in edel materiaal. Het spreekt over liefde, vrijheid en de morele kracht van verhalen in turbulente tijden.