Ludwig Vordermayer (1868–1933) was een Duitse beeldhouwer, vooral bekend om zijn meesterlijke dierensculpturen en monumentale werken in de openbare ruimte. Hij werd geboren op 25 december 1868 in München en groeide op in een artistieke omgeving. Zijn vader, Hans Vordermayer, was een getalenteerde houtsnijder, en het is waarschijnlijk dat deze vroege blootstelling aan kunst hem inspireerde om beeldhouwer te worden.
Om zijn vaardigheden verder te ontwikkelen, volgde Vordermayer een opleiding aan de Kunstgewerbeschule in Berlijn van 1888 tot 1890. Vervolgens voltooide hij zijn beeldhouwkundige training onder leiding van Peter Breuer en Karl Begas tussen 1891 en 1894.
Zijn carrière nam een vlucht in 1893, toen hij voor het eerst exposeerde op de Große Berliner Kunstausstellung, een belangrijke kunsttentoonstelling in Duitsland. Later werd hij een vaste exposant op de Glaspalast in München, waar hij steeds meer erkenning kreeg. In 1900 werd hij lid van de prestigieuze Verein Berliner Künstler, wat zijn status als een van de leidende Duitse beeldhouwers verstevigde.
Vordermayers stijl kenmerkt zich door een hoog niveau van realisme en dynamische expressie, vooral zichtbaar in zijn dierensculpturen. Hoewel hij ook portretbustes, genrefiguren en herdenkingsmonumenten maakte, zijn het vooral zijn beelden van vogels en grote zoogdieren die zijn nalatenschap hebben bepaald. Zijn werk trok zelfs de aandacht van keizer Wilhelm II, die een bewonderaar en beschermheer van zijn kunst werd.
Tot zijn meest beroemde werken behoren:
Een monumentale bronzen haan (1903)
Een krijger met zijn paard (1905)
Een reeks raafsculpturen (1909), waarvan enkele nu deel uitmaken van de collecties van de Nationalgalerie in Berlijn en de Kunsthalle in Hamburg
Twee levensgrote elanden (1910-1911), gemaakt in opdracht van de steden Gumbinnen en Tilsit in Oost-Pruisen (nu in Rusland)
Ludwig Vordermayer overleed op 20 juni 1933 in München, maar liet een indrukwekkend oeuvre van natuurgetrouwe sculpturen na, die tot op de dag van vandaag worden bewonderd om hun levensechte kracht, vakmanschap en artistieke finesse.