Josuë Dupon (ook Josué of Josue Dupon) was een Vlaamse beeldhouwer en graveur. Zijn werk omvat ook schilderkunst en grafiek.
Hij kreeg zijn opleiding via avondlessen aan de academie van Roeselare en Antwerpen (1884) en later aan het Nationaal Instituut voor Schone Kunsten (1887). In 1891 won hij een gouden medaille met de monumentale beeldengroep Samson die de leeuw doodt en werd hij tweede in de Prix de Rome voor beeldhouwkunst. Vanaf dat jaar verscheen zijn werk regelmatig op tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zijn reputatie was zo goed dat hij tot de selecte groep van beeldhouwers behoorde die van koning Leopold II de toestemming kregen om beelden te snijden in Ivoor dat geïmporteerd werd uit de Congo, de Belgische kolonie. In 1893 werd zijn uitzonderlijk verfijnde ivoren beeld van Diana aangekocht door het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen dat een jaar later ook zijn spectaculaire bronzen Gier zijn prooi verdedigend aanschaft.
Josuë Dupon werkte in elk genre en beheerste elke techniek en elke materie. Hij werd vooral bekend als beeldhouwer van exotische dieren. Hij was net zo goed in staat om anatomische details uit te drukken als om de natuur van de dieren weer te geven. Josuë Dupon was een technisch feilloze realist, met een gevoel voor het dramatische, een gevoel voor decoratieve complexiteit en een neiging tot idealiseren. De plaatsing van zijn kameeldrijver en twee bronzen groepen aan de ingang van de Antwerpse Zoo bevestigde deze reputatie als Animalier.
De carrière die Dupon vervolgens uitbouwt, levert hem tal van belangrijke prijzen op en een benoeming tot professor aan de Antwerpse Academie, een aanstelling die hij tussen 1905 en 1934 vervult. Naast dieren maakte hij bustes, oorlogsmonumenten en openbare monumenten. Voor een van de grootste beeldhouwwerken en de grootste fontein van de stad Buenos Aires, monument van de Twee Congressen, werkte hij samen met zijn goede vriend, de Belgische beeldhouwer Jules Lagae. Josuë Dupon creëerde voor dit monument verschillende beelden van machtige condors.
In het begin van zijn carrière werd zijn kunstopvatting sterk beïnvloed door de traditionele 19de-eeuwse artistieke idealen. Na de eeuwwisseling veranderde zijn composities en oppervlaktebehandeling en werd hij moderner. Hij ontmoette Rembrandt Bugatti rond 1905 of 1906 in de 'Jardin des Plantes' in Parijs en nodigde deze uit naar Antwerpen. Bugatti begon in 1906 naar Antwerpen te reizen om de dieren van de zoo, die toen als de beste ter wereld beschouwd werd, te observeren en te beeldhouwen, en Dupon liet Bugatti bij hem logeren tijdens een aantal van zijn eerste bezoeken. Zo werd Dupon een vriend en een beetje vaderfiguur voor Rembrandt Bugatti.
Dupon speelde geen actieve rol in artistieke bewegingen of verenigingen. Dupon blijft een belangrijke beeldhouwer, niet alleen door zijn oeuvre, maar ook door de invloed die hij uitoefent door interacties en samenwerking met andere beeldhouwers zoals Lagae, Bugatti en Bourdelle, maar ook omdat hij vooraanstaande beeldhouwers zoals Albéric Collin (1886-1962), Willy Kreitz (1903-1982) en Albert Poels (1903-1984) opleidt.