Poncin was een leerling van de beeldhouwer Raoul Verlet. Hij exposeert op het Salon des Artistes Français, vanaf 1912. Hij ontvangt een bronzen medaille in 1923. In 1929 krijgt Albert Poncin de gouden medaille op het Salon des Artistes Français in Parijs voor een gipsen voorstelling van de vier heemskinderen en het ros Beiaard. De stenen groep wordt uiteindelijk opgericht in Bogny-sur-Meuse (de Ardennen).
Hij stelt ook tentoon op de Nationale Tentoonstelling 'des Beaux-Arts vanaf 1910'. Zijn werk wordt zelden op de markt aangeboden, maar Poncin lijkt zich te hebben gespecialiseerd in groepen dansers, dieren en begrafenisondernemers. Het Musée des Arts Décoratifs in Parijs heeft in zijn collectie het beeld van de Panter en het Museum voor Moderne Kunst in Parijs bewaart Nausicaa.
Soldaat te paard en Panter zijn sculpturen en composities met een dier. Zijn werken werden voornamelijk in brons gegoten, maar tijdens zijn carrière werkte hij ook samen met de fabriek in Sèvres. Poncin was ook schrijver en dichter