Julien Renevier (1847-1907)
Julien Renevier toonde al vroeg talent voor tekenen.
Toch studeerde hij theologie aan de Academie van Lausanne. Als briljant student besloot hij zijn theologische opleiding in Berlijn voort te zetten.
In 1872 onderbrak Julien Renevier zijn studies aan de Berlijnse Academie om zich volledig aan de schilderkunst te wijden. Hij ging naar het atelier van Carl Steffeck, een bekende dierenschilder. Daarna vervolmaakte hij zijn opleiding in München, waar hij vier jaar lang de lessen volgde van Carl Theodor von Piloty. Renevier kreeg een voorliefde voor historieschilderijen en het portretgenre. Hij verdiepte zich in de realistische stijl van de School van München.
Door toedoen van mecenas Theodor Beck komen twee schilderijen van Renevier, "Vrouw met een aardbei" en "Dante in het klooster bij het componeren van de Goddelijke Komedie", in de collecties van het Kunstmuseum in St. Gallen terecht.
Renevier verliet München in 1878 en ging naar Italië. Hij was 31 jaar oud. Na Venetië bezocht te hebben, vestigt hij zich in Rome. Hij blijft er elf jaar, onderbroken door reizen naar Europa en verblijven in Zwitserland. In het hart van het Romeinse artistieke leven, kwam Renevier in aanraking met vele schilders. Hij werd verrukt door het intense licht en de kleurrijke landschappen, reisde door heel Italië en schilderde het platteland, de toeristische trekpleisters en de verlaten hoekjes. Renevier, zeer gehecht aan Italië, vergat zijn geboorteland niet en zond bijna elk jaar schilderijen naar de Zwitserse Schone Kunsten Tentoonstelling. Hij nam ook deel aan de Salons van Parijs in 1883 en 1884 en aan de Wereldtentoonstelling van 1889, waar zijn "Franciscus van Assisi preekt tot de vogels" een eervolle medaille kreeg.
In 1889 gaf de schilder zijn Romeinse atelier op en verhuisde naar Lausanne om voor zijn zieke moeder te zorgen. Hij bleef olieverfschilderijen maken, waarvan er verschillende door musea werden aangekocht. In de jaren 1890 ontwikkelde Renevier een voorliefde voor aquarel- en pasteltekeningen.
In 1900 kreeg hij een vermelding op de Wereldtentoonstelling in Parijs. Tot aan zijn dood bleef de kunstenaar zijn werk erkend en bewonderd zien, met name op de Nationale Tentoonstelling van Schone Kunsten die in 1904 in Lausanne werd gehouden. Hij bleef ook regelmatig reizen, naar Italië, Frankrijk en Duitsland.
In 1907 stierf Julien Renevier aan longontsteking. Hij was 59 jaar oud.