Amédée-Élie Servin (1829-1884)
Servin Amédée-Élie was een Franse schilder en graveur, stichter van de artistieke gemeenschap van Villiers-sur-Morin.
Servin werd geboren als zoon van een leerlooier die, teleurgesteld omdat zijn zoon niet slaagde in zijn studies, hem in de leer nam bij een stoffeerder waar hij cartoons leerde tekenen. Daarna ging hij naar de École des Beaux-Arts en studeerde bij de schilder Michel Martin Drolling. Op deze school raakte hij bevriend met studenten van zijn generatie, zoals Jean-Jacques Henner, Benjamin Ulmann en Paul Baudry.
Hij debuteerde op de Parijse Salon in 1850 met een interieur van een binnenplaats; daarna exposeerde hij regelmatig. In 1855 exposeerde hij drie landschapsschilderijen geïnspireerd door Normandië en het jaar daarop liet hij zich inspireren door landschappen van Bretagne. Hij kwam in contact met de eerste generatie schilders die Barbizon bezochten, waar hij Théodore Rousseau en Jean-François Millet ontmoette.
Rond 1857 vestigde hij zich in Villiers-sur-Morin en in 1860 richtte hij de “artistieke kring van Villiers” op en haalde andere kunstenaars en schrijvers over om naar dit dorp te komen. Hij begon landschappen te maken die geïnspireerd waren door dit dorp in de Seine-et-Marne, waar hij bleef tot aan zijn dood.
In 1872 ontving hij een medaille op de Salon, een jaar nadat hij zijn vrouw had verloren. Zijn weduwschap maakte hem verdrietig, zijn productie daalde.
Zijn vriend Alexandre Falguière beeldhouwde een buste van hem voor een monument dat in 1888 ter ere van hem in Villiers werd opgericht. Servin kreeg de bijnaam “meester van de Morin-vallei”.
Benezit noemt deze leerling van Drolling een kunstenaar van grote oprechtheid, zonder commerciële bekommernis, wiens werken het verdienen om door kenners te worden gezocht.