Alexandre Falguière (1831-1900)
Falguière werd geboren in Toulouse. Als leerling van de École des Beaux-Arts won hij in 1859 de Prix de Rome; in 1868 kreeg hij de eremedaille op de Parijse Salon en in 1878 werd hij benoemd tot Officier van het Legioen van Eer.
Falguière's eerste belangrijke bronzen beeld was "Le Vainqueur au Combat de Coqs" (Overwinnaar van het hanengevecht) (1864), en Tarcisius de christelijke jongen-martelaar volgde in 1867; beide werden tentoongesteld in het Luxemburgs Museum en bevinden zich nu in het Musée d'Orsay. Zijn meer belangrijke monumenten zijn die voor Admiraal Courbet (1890) in Abbeville en de beroemde Jeanne d'Arc. Andere werken zijn Eva (1880), Diana (1882 en 1891), Vrouw en pauw, en De dichter, gezeten op zijn Pegasus die zijn vleugels spreidt om te vliegen. Hij beeldhouwde De danseres, gebaseerd op Cléo de Mérode, dat zich vandaag eveneens in het Musée d'Orsay bevindt.
Bij deze werken komen nog Honoré de Balzac, die hij maakte voor de Société des gens de lettres toen deze het werk van Auguste Rodin afwees, en de borstbeelden van Carolus-Duran.
Falguière was zowel schilder als beeldhouwer. Falguière werd in 1882 lid van het Institut de France (Académie des Beaux-Arts).
Falguière stierf in 1900 in Parijs en werd daar bijgezet op de begraafplaats Père Lachaise, waar zijn monument werd gemaakt door zijn leerling Marqueste.